Malcolm is verbaasd: dat de inhoud van zijn zolder tot erfgoed is uitgeroepen

De tenstoonstelling 'De Leuvense Undergroundscene' [1] heb ik al eerder aangekondigd [2] en iedereen is uiteraard nog steeds meer dan welkom. Aangezien ik weet hoeveel tijd en moeite de organisatoren in het verzamelen van allerlei relevante stukken en in de praktische inrichting van de zalen hebben gestoken, hoop ik van ganser harte dat het een groot succes wordt. Ze verdienen het in elk geval.

Maar toch noopt dit alles me tot een beschouwing over een neveneffect waar de initiatiefnemers en de vrijwilligers die hieraan meewerken waarschijnlijk nog niet bij hebben stilgestaan. Een van de betrokken organisaties is namelijk de Erfgoedcel Leuven [3]en dat is toch wel eigenaardig.

Dit is geen tentoonstelling van de Anne Frank Stichting over de holocaust, waar de boodschap vooral luidt dat allerlei wreedheden nooit hadden mogen gebeuren. De organisatoren van deze expo vinden het net leuk de aandacht van de bezoeker op een minder bekend onderdeel van het leven in Leuven te vestigen. Als ze hier zelf de meerwaarde niet van inzagen of op een of andere manier geen sympathie voor het tentoongestelde materiaal hadden, zouden ze nooit de moeite hebben gedaan deze expositie in het leven te roepen.

Dat roept natuurlijk een vraag op. Is dit een vorm van recuperatie die allerlei maatschappelijk kritische initiatieven onschadelijk maakt door ze als erfgoed naar de geschiedenisboekjes te verwijzen? Ik beweer absoluut niet dat de initiatiefnemers dit niet met de beste bedoelingen doen of er een verborgen agenda op nahouden. Ik vraag me enkel af hoe gevaarlijk voor de gevestigde orde een beweging nog kan zijn als ze eenmaal als cultureel erfgoed van de straat naar de expositieruimte verhuist.

Het antwoord op die vraag is in theorie eenvoudig, maar dat garandeert natuurlijk geen succes in de praktijk. Het verleden van elke beweging, uit welke ideologische hoek dan ook, kan een inspiratie voor acties en initiatieven in het heden en de toekomst vormen. Dat dit verleden door middel van een officiële, gesubsidieerde en door specifiek voor dergelijke opdrachten aangeworven ambtenaren georganiseerde tentoonstelling onder de aandacht wordt gebracht, maakt op zich niet zo veel uit. Het enige wat telt, is dat de bezoekers beseffen dat maatschappelijk protest ook nu nog relevant is en dat het geëxposeerd materiaal enkel en alleen aangeeft hoe dit protest in een bepaald tijdskader vorm heeft gekregen.

Dat is dus de theorie. In de praktijk vrees ik echter voor een publiek dat de tentoonstelling met heel andere indrukken verlaat. Langs de ene kant zouden heel wat oudere bezoekers zich in nostalgie kunnen verliezen en niet verder geraken dan gezamenlijke herinneringen aan concerten waarvan ze na al die jaren de affiche nog eens te zien krijgen. Langs de andere kant zouden de jongere nieuwsgierigen zich kunnen beperken tot het enigszins lacherig aanschouwen van de extravagantie van een vorige generatie en zich kunnen afvragen wat al die mensen bezielde om hun vrije tijd in alternatieve projecten in plaats van in computergames te steken.

Wat het resultaat ook moge zijn, ik heb niet geaarzeld aan deze expo mijn uiteraard geenszins bescheiden medewerking te verlenen. ‘Optimism is a moral duty’ [4]. Ik kan enkel hopen dat bezoekers zich door het verleden laten inspireren en ideeën opdoen om een geactualiseerde versie van ons vroeger protest tot stand te brengen.

--------------
[1] Meer informatie over deze tentoonstelling is hier te vinden.
[2] Zie hiervoor deze eerdere entry in de kalender.
[3] Zie voor meer info deze site. De Erfgoedcel Leuven zou ook over een beleidsplan beschikken, maar die link, helemaal rechts op de pagina, werkt blijkbaar niet of niet meer.
[4] Een uitspraak van de boeiende wetenschapsfilosoof Karl Popper. Desgewenst wil ik nog wel eens iets op papier of scherm zetten over de plaats van de punkbeweging als zichzelf vermeerderende eenheid van de culturele evolutie in zijn Derde Wereld van concepten, maar dat is niet voor nu.